Het duurzame hart van... René van Commenée

René van Commenée is kunstenaar. Hij woont sinds zes jaar in Apeldoorn, in een oud huis gebouwd uit 1910. Achter zijn huis staat een apart gebouw, waar René zijn werkruimte heeft. René is lid van de Tafel van 15, een groep inwoners die meedenkt over de Transitievisie Warmte.

Er moet absoluut wat gebeuren

“Het onderwerp interesseert mij bijzonder, op verschillende vlakken. Ik vind namelijk absoluut dat er wat moet gebeuren. Er had allang wat moeten gebeuren. Niet voor mij meer, want de kans is groot dat ik het niet meer mee maak. Maar wel voor de generaties na mij. Verder vind ik ook dat de planeet niet draait om de mens. Maar om de planeet waarmee wij samen horen te leven. Bijvoorbeeld de steenmarter die hier in de buurt de boel verziekt. Dan kan ik denken: ik draai hem de nek om. Ik kan ook denken: ik woon een beetje in zijn leefomgeving, de Veluwe. Dus dan moet ik maar zorgen dat ik maatregelen neem dat hij geen kwaad kan voor mij. Zo denk ik heel erg over leven.”

René van Commenée
René van Commenée. Fotograaf: Rob Voss
Cor Westrik
“Ik ben vaak op de productieplatforms op de Noordzee geweest.”

Meedenken in de Tafel van 15

Er is nog een belangrijke reden waarom René aan de Tafel van 15 wilde meedoen: “Ik zie veel dingen waarvan ik denk dat we de plank misslaan. Bijvoorbeeld elektrisch rijden. Dat lijkt voor de westerse wereld heel mooi, maar in de tussentijd wordt in Colombia een heel gebied uitgeput voor de lithiumwinning.

“Dan denk ik: waar zijn we dan mee bezig?”

Ook dichterbij ziet René de gevolgen van klimaatverandering. “We kennen natuurlijk de verhalen uit Groningen. Maar ook deze zomer met de overstromingen in Duitsland, België en Limburg. Ik moet er niet aan denken dat zoiets hier gebeurt.” Zelfs nog dichterbij, in zijn eigen tuin, ziet René het verschil. “We hebben een heleboel regentonnen, spoelen zelfs de wc door met regenwater. Maar de afgelopen twee jaar zien we ons terras bij hevige buien helemaal onderstromen. Dan is er wel wat aan de hand, want dat was eerder niet zo. Nu loopt het hier nog mooi weg, want we zitten hoog. Maar je kunt je wel goed voorstellen wat er gebeurt als het niet meer wegstroomt.”

Wat doen we aan oude huizen om te verduurzamen

“Ik heb mijn hele dak vol zonnepanelen liggen,” vertelt René. “Dat is trouwens ook om financiële redenen, het scheelt me geld.” Maar verder is het verduurzamen van zijn huis niet makkelijk. “Het is een heel oud huis, uit 1910. Het heeft geen spouwmuur en dat geeft gelijk al problemen. Want je kunt wel heel makkelijk zeggen: je moet beginnen met je huis isoleren, maar dat kunnen wij niet.

Mijn werkruimte was eerst een bakkerij. Ik heb het hele gebouw opgeknapt en toen meteen verduurzaamd. Er zitten nu dikke geïsoleerde muren in en elektrische vloerverwarming die op de zonnepanelen draait. Dus overal waar het kan, doen we het. Maar bij ons huis gaat dat nooit helemaal lukken.”

René weet dat er meer inwoners in Apeldoorn zijn met dit probleem. “Bij de Tafel van 15 voel ik me eigenlijk een beetje degene die praat namens mensen met hele oude huizen die geen mogelijkheid hebben om te isoleren. De buitenkant isoleren is een optie, maar de vraag is dan: willen we dat met al die kenmerkende woningen? Want dan worden het nieuwbouwwoningen. Dat vind ik een hele belangrijke vraag. Apeldoorn zou echt een plan moeten gaan vormen over wat te doen met die oude kenmerkende huizen.

Bij de Tafel van 15 zat ook iemand die de conclusie trok dat er uiteindelijk vrijstellingen moeten komen voor mensen met een huis zoals wij. Dat we gewoon het aardgas kunnen gebruiken dat er nog is en daar ook niet de hoofdprijs voor hoeven te betalen.”

Andere oplossingen

Maar naast aardgas ziet René ook andere oplossingen. “Ik geloof niet in die overgang naar alleen maar elektriciteit. Ik denk ook niet dat we zoveel stroom hebben. Ons huis kunnen we duurzaam verwarmen, in de vorm van gas. Of waterstof, maar dat is nu nog veel te duur. Of groen gas. Wanneer dat mogelijk is stap ik ook direct over.”

Naast het isoleren ziet René ook nog een andere moeilijkheid voor de overgang naar aardgasvrij wonen. “Ik kook graag en heb een professioneel gasfornuis. Daar heb ik jaren voor gespaard. Toen we hier gingen wonen was dat het eerste dat we gekocht hebben. We hebben er toen over nagedacht om een inductie-kookplaat te nemen, maar dat was veel te duur. En heel eerlijk moet ik er ook niet aan denken dat ik niet met een vlam kook.”

Aanpak gemeente stelt me gerust

“Ik denk dat de gemeente het haalbaar voor zich ziet,” zegt René over de overgang naar duurzame warmte. “Ze doen het niet in één keer, maar beginnen met een paar proefwijken. Dat stelt me wel gerust. Ik heb de wijken gezien die als eerst aan de beurt zouden komen en wij zitten nog heel ver weg. Eigenlijk hoef ik me niet eens druk te maken. Maar zo denk ik nooit. Ik denk graag mee en ben positief.”

Over de aanpak per wijk is René positief, maar hij verwacht ook moeilijkheden. “In een wijk zoals deze staan hele oude huizen zoals die van ons, maar ook jaren ‘30 woningen en ook blokken uit de jaren ’70. Je kunt niet zomaar zeggen we gaan die hele wijk van het aardgas af halen. Daar moeten ze andere oplossingen voor bedenken.” Maar René heeft er vertrouwen in dat die oplossingen er ook komen.

“Ik denk dat we over vijf jaar al meer mogelijkheden hebben, bijvoorbeeld met waterstof, die wel kunnen. Daarom is het goed om het in fases aan te pakken.”

René heeft nog wel een toevoeging voor de plannen: “Wat je ook ziet is dat oudere mensen op een gegeven moment hun huis uit gaan, omdat ze bijvoorbeeld naar een verzorgingshuis gaan. Als je bij mogelijke kopers aangeeft dat zij het huis aardgasvrij moeten maken, dan maak je al grote stap in de goede richting, denk ik, zonder dat je heel veel ellende hoeft te veroorzaken. Je kunt dat minder goed per wijk aanpakken, maar toch kan het een rol kan spelen. De gemeente stelt voorwaarden bij het verkopen van een huis.”

Een grote hobbel in de weg is geld

“Veel mensen kijken naar hun portemonnee, dat doen wij ook. Ik zit in de kunst- en cultuursector, als er iets nu op z’n gat ligt is dat het wel. Ik heb nu bijna geen inkomen, dan ga je niet zomaar zeggen we gaan ons huis isoleren. Al zou het kunnen.” En dat geldt voor meer mensen verwacht René. “Zoals ik Apeldoorn nu ken, bestaat de gemeente uit een hele gemixte bewonersgroep. Dat zie je ook in de wijken, alles zit door elkaar. Dat vind ik erg goed aangepakt. Soms kom ik een wijk waarvan ik denk wat vreselijk lelijk, maar dan staan er opeens weer hele mooie oude huizen tussen. Omdat het zo gemengd is, heb je ook een heel gemengde groep qua inkomen en financiële mogelijkheden. Een deel zal natuurlijk huur zijn, dan komt het op de verhuurder aan. Maar dan kom je op het volgende ding: mag het iets met de huurprijs doen? Mag je mensen daarmee opzadelen?”

“Je komt aan de portemonnee van mensen, hoe dan ook.”

Maar ook voor woningeigenaren zitten er financiële gevolgen aan het verhaal. “Je komt aan de portemonnee van mensen, hoe dan ook. Er wordt vaak makkelijk gezegd: ga geld lenen. Maar dat kan niet iedereen. Zelfs als die ruimte er is, is dat niet altijd een optie. De gemeente zou hierin moeten bijspringen vindt René, maar hij ziet ook meteen de andere kant: “De gemeente moet het geld hiervoor ook beschikbaar hebben. Je ziet het ook bij de zorg die overgenomen is van het Rijk naar de gemeentes, er zit een einde aan. Het Rijk legt ook deze overgang bij gemeentes neer, maar daar moet wel budget voor zijn. Want ik vind zeker dat de gemeente haar inwoners hierbij moet helpen.”

“Ik ben blij dat ik niet in de schoenen van de gemeente sta. Want het is een ingewikkeld verhaal!”